Pushing up through smoke
From a world half darkened
By overhanging cloud
The shroud that mushroomed out
And struck the dome of the sky,
Black, Red, Blue
Dance in the air
Merge
Scatter glittering sparks,
Already tower
Over the whole city
Quivering like seaweed,
the mass of
flames spurts forward.
Popping up in the dense smoke,
Crawling out
Wreathed in fire;
Countless human beings
On all fours.
In a heap of embers that erupt and subside,
Hair rent, Rigid in death,
There smoulders a curse. |
Opstijgend door rook
vanaf een door overhangende
bewolking halfverduisterde wereld
de lijkwade die als een paddestoel uitwaaierde en de koepel van de hemel raakte, Zwart, Rood, Blauw
dansen in de lucht,
versmelten verstrooien.
Schitterende vonken,
torenen reeds
boven de hele stad
bevend als zeewier, spuit de massa
vlammen voorwaarts.
Opspringend in de dichte rook,
kruipend,
omhult in vuur;
Ontelbare mensen,
op handen en voeten.
In een hoop sintels die uitbarst en
inzakt,
Haren uitgerukt, verstijd in de dood,
smeult daar een vloek. |